Tag archieven: social media

Review: Bradley & McDonald – The Social Organization #boek

Sociale media in en om de organisatie: dat is waar he boek The Social Organization over gaat. De belofte op de kaft is groots en meeslepend. De ondertitel is: “How to Use Social Media to Tap the Collective Genius of Your Customers and Employees.” Tsjonge, dat is me nogal wat!

Maar met dit boek vullen de heren Bradley & McDonald wél een gat. Natuurlijk kennen we allemaal de succesverhalen van het interne gebruik van Yammer. Helaas zijn deze verhalen vaak anekdotisch en weinig diepgaand. Yammer is vaak al succesvol als medewerkers het idee hebben dat ze “bij alle koffieautomaten tegelijk staan”. Andere sociale media die door organisatie worden ingezet zijn vaak niet erg succesvol.

Dit boek heb ik gelezen met juist dát in mijn achterhoofd. Hoe laat je sociale media werken voor je (interne) organisatie? Organisaties zetten sociale media vaak in om contact te maken met de buitenwereld. Niet om de medewerkers intern beter te verbinden. Dit boek schetst aan de hand van een tiental cases wat er nodig is om dat te bereiken. Bovendien presenteren de auteurs op basis van de cases een model dat je kunt gebruiken om sociale media intern succesvol in te zetten. Op sommige momenten maakt dit normatieve model het boek echter nogal plat. Ook heb ik het idee dat de auteurs met 100 pagina’s minder hetzelfde verhaal kunnen vertellen.

Toch vond ik dit boek de moeite van het lezen waard. Bijvoorbeeld omdat het een goede poging is dit onderwerp verder uit te werken. Juist de nieuwe cases maken dit boek de moeite waard. Je vind er verhalen over CEMEX (producent van bouwmaterialen), Marriot Hotels en BCBST (organisatie actief in gezondheidszorg). Het zijn misschien geen cases die betrekking hebben op de overheid, maar de overheid kan er zeker van leren!

Leerpunten

Het belangrijkste dat dit boek mij leerde was de pragmatische aanpak voor het succesvol invoeren van sociale media en massale samenwerking. Natuurlijk is het wat normatief en op sommige punten erg Amerikaans. Maar wat kun je anders verwachten van twee Gartner-adviseurs?

De dingen die me het meest bijblijven zijn, bijvoorbeeld, dat een community minstens een omvang van 30 tot 40 deelnemers moet hebben om levensvatbaar te zijn. Dit aantal ligt veel lager dan ik aanvankelijk dacht! Een ander punt dat de auteurs benadrukken is dat het doel van de community in lijn moet zijn met het doel van de organisatie. Dat lijkt een open deur, maar zij geven op een heldere manier voorbeelden van doelen die communities nastreven.

Het volgende sterke punt is dat zij het management de keuzemogelijkheid geven een op te heffen. Bijvoorbeeld in gevallen dat de community wel actief is, maar niets bijdraagt aan het doel van de organisatie. Het uitwisselen van recepten kan een gedeelde passie zijn van een aantal medewerkers, maar het is natuurlijk niet aan het bedrijf dit te faciliteren.

Tot slot vond ik een opvallend punt, dat ook het splitsen van een online samenwerking een van de tactieken is de samenwerking in het rechte spoor te houden. Dit splitsen deed me denken aan de ontwerpprincipes die Eckhardt Wintzen hanteerde bij zijn Bureau voor Systeem Ontwerp (BSO) en de grenzen aan aantallen relaties zoals verwoord in Dunbar’s Number.

Meest aansprekende case: CEMEX

De case die mij het meeste aanspreekt is die van CEMEX. Het doel van hun massale samenwerking is het vergroten van het gebruik van alternatieve brandstoffen in de verschillende fabrieken. Zij hebben drie fasen doorlopen.

In de eerste fase was de centrale vraag: “Wat is het eerste dat we moeten doen?” Dat bleek een organisatie-brede uitvraag naar best practices. In de tweede fase leverden alle fabrieken informatie aan over de manieren waarop zij alternatieve brandstoffen gebruiken. Binnen twee weken was CEMEX in staat vast te stellen welke fabrieken op de meest efficiënte manier gebruik maken van deze brandstoffen. Dit leidde tot de derde fase. Hier verzorgden de managers van de best presterende fabrieken webcasts over de manier waarop zij dit realiseerden. Dit was het startpunt om deze best practices bij alle fabrieken in te voeren.

De case is een mooi voorbeeld van massale samenwerking, omdat er 500 technici bij betrokken waren. Ook is er sprake van een duidelijk doel en een korte doorlooptijd van het – bottum up – identificeren van de best practices.

Conclusie

Dit boek haalt sociale media uit de ‘magische’ hoek en plaatst het binnen de meer gangbare bedrijfsmiddelen. Managers kunnen nu een betere keuze maken over de manier waarop zij sociale media inzetten. Niet alleen met betrekking tot de levensvatbaarheid van een community, maar ook op de manier waarop het hen helpt hun doelen te halen.

Information overload: Wat de politie kan leren van Facebook

Vorige week is Facebook naar de beurs gegaan. Het sociale netwerk van Mark Zuckerberg noteerde aan het einde van de eerste beursdag 42 dollar per aandeel. Hiermee is Facebook in één klap gewaardeerd op 2,7 miljard euro**. Die waarde ontlenen ze niet aan het feit dat ze zo leuk mensen met elkaar verbinden. Nee, Facebook is bijna drie miljard waard, omdat zij heel erg goed zijn in het verkopen van persoonsgegevens. De informatie die Facebook weet te genereren is voor adverteerders bruikbaar om hun advertenties zeer gericht te tonen aan mogelijke kopers.

De Nederlandse politie is iets minder goed in het te gelde maken van persoonsgegevens. De kentekens die zij registreren gebruiken zij nauwelijks in hun primaire proces: het vangen van boeven. Natuurlijk vangt de politie wel eens een crimineel op basis van zijn kenteken, maar daar is meestal een geplande inzet voor nodig. Eind vorige week bleek dat zij de gegevens van de slimme camera’s niet optimaal kunnen benutten. Er zou te veel informatie verzameld worden.

Terug naar Facebook. Met 900 miljoen leden verzuipen zij ook in de informatie. Door middel van slimme analyse- en profileringsmiddelen reduceren zij de informatie op een manier die voor adverteerders van waarde is. De politie moet de information overload van hun slimme camera’s ook op die manier aanpakken. Pas dan is de informatie ook bruikbaar. Vrij naar Clay Shirky: “It’s not information overload. It’s filter failure!”. (Via.)

En filter failure is waar de politie last van heeft.

Waar ik benieuwd naar ben zijn de patronen in de data. Welke bewegingen kun je afleiden uit de meldingen van geregistreerde kentekens? Waar rijden de meeste zware criminelen? En hoe laat? Hoe sluit je dit aan op je primaire proces: welke politiecapaciteit reserveer je op welke momenten om meldingen op te volgen? Maar ook: als de politie wél uitrukt, hoe lang duurt het dan voordat ze zo’n crimineel te pakken hebben? En hoe zit het met directe reactie op vluchtende overvallers?

Geef je mening over dit artikel door een reactie achter te laten. Of deel dit artikel via één van onderstaande knoppen!

** Ik gebruik hier de Post IPO Valuation van 21 mei uit Crunchbase. Dit is “the value of the company at the close of business on the day of the IPO, accounting for the potential run-up in value“. Dat ligt wat mij betreft dichter bij de reële waarde dan de 104 miljard die de NOS hier noemt.

Met HNW zonder sociale media bouw je geen vitale organisatie, maar een spookdorp

Onder invloed van technologische ontwikkelingen veranderen overheid en maatschappij. Zo zie ik veel organisaties Het Nieuwe Werken invoeren, of daar plannen voor maken. HNW is leuk, spontaan en innovatief. Net als sociale media en netwerken. Dit zijn allemaal trends die de meeste organisaties als een positieve ontwikkeling zien. Zo presenteren ze dat ook aan de medewerkers die getroffen worden door HNW. Maar als je het mij vraagt, hoeft dit helemaal niet zo positief te zijn!

Het Nieuwe Werken heeft veelal een vrij karakter. Dat gaat heel snel veranderen. Onder invloed van de nieuwe mogelijkheden die technologie biedt, gaan overheden steeds vaker uit van 0,8 of zelfs 0,7 werkplek per medewerker. Bijvoorbeeld bij nieuwbouw of verhuizingen. Dit betekent dat er simpelweg geen plaats meer is voor álle medewerkers. Je wordt gedwongen op andere plaatsen te werken. (Of écht heel vroeg van huis te gaan om een werkplek te veroveren…)

Dit betekent dat de kenniswerkers die dit raakt zich moeten herbezinnen op de manier waarop zij hun werk doen. Immers, als ambtenaar kan ik niet langer altijd beschikken over mijn bureau bij het raam. Waar en hoe ga ik dan die complexe beleidsinhoudelijke notitie schrijven? Op welke tijdstippen ga ik schrijven? Welke online sociale media sta ik toe mij daarbij te storen? Welke competenties heb ik nodig?

Want sociale media hebben we heel hard nodig om van Het Nieuwe Werken een succes te maken. Overheden met 0,7 werkplek per medewerker zijn per definitie een ‘gedistribueerde organisatie’. Het betekent dat altijd minimaal 30% van je medewerkers niet aanwezig is. Je weet niet waar ze zijn, maar je wilt natuurlijk wel contact blijven houden. Al is het maar om een idee te krijgen waar iedereen mee bezig is.

Yammer kun je daar prima voor gebruiken, mits je als afdeling of organisatie afspraken maakt over het doel van dat sociale medium. Zonder helder doel zal ieder sociaal medium dat je kiest snel vervuilen. Hierdoor verliest het zijn waarde en komt er niemand meer. Dan eindig je met een gedistribueerde organisatie die ook nog eens slecht verbonden is! En wie wil er nou werken in een spookdorp?

Precies: niemand. Daarom moeten overheidsorganisaties die werkplekken reduceren op zoek naar andere middelen om medewerkers aan de organisatie te binden. Sociale media spelen daarin een belangrijke rol. Hiermee is het mogelijk de community van medewerkers in stand te houden en te versterken. Juist als zij niet langer in het gebouw aanwezig zijn, is dit van belang om de vitaliteit van de organisatie te behouden.

Deze blog is oorspronkelijk verschenen als partnerbijdrage op InGovernment.

Crisiscommunicatie: Sociale Media en GRIP 1, 2, 3 en 4

Deze blog over crisiscommunicatie, ‘word-of-mounth’ en sociale media van een paar weken terug riep op Twitter aardig wat reacties op. Dezelfde dag brandde het theater in Helmond af. De brand was zó groot dat het een GRIP 3-situatie werd.

Dit staat gelukkig los van elkaar. Maar omdat ik die dag Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 6)

Dit het zesde (en laatste) deel van een serie blogs over Google+. Dit naar aanleiding van het boek ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan. Klik hier voor deel 1, met een introductie op deze serie.

Grafiek 6: Aantal berichten dat niets te maken heeft met je functie (off-topic berichten)

Deze – laatste – grafiek laat de grootste variatie zien tussen de verschillende voorbeelden. Jenny Cisney van Kodak plaatst de meeste off-topic berichten.

Zij is dan ook van mening dat Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 5)

Dit is deel vijf uit een serie van zes blogs over Google+. Dit naar aanleiding van het boek ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan. Klik hier voor deel 1, met een introductie op deze serie.

Grafiek 5: Links naar een eigen weblog of project

De hoogst scorende ‘Google+-er’ op dit onderdeel is Greg Pak. Hij verwijst Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 4)

Dit is deel vier uit een serie van zes blogs over Google+. Dit naar aanleiding van het boek ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan. Klik hier voor deel 1, met een introductie op deze serie.

Grafiek 4: Aantal reacties bij anderen

De auteur van het boek, Chris Brogan, scoort hier met 25 berichten per dag weer erg hoog. Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 3)

Vorige week heb ik ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan gelezen. In plaats van het boek hier te reviewen ga ik wat dieper in op de praktijkvoorbeelden uit het boek. Dat doe ik door de verschillende cases in grafieken weer te geven. Ook bespreek ik Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 2)

Vorige week heb ik ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan gelezen. In plaats van het boek te reviewen, ga ik wat dieper in op de praktijkvoorbeelden uit het boek.

Dat doe ik door de verschillende cases in grafieken weer te geven. Ook bespreek ik Lees verder

Leesvoer: Google+ for Business in zes grafieken (deel 1)

Zoals ik vorige week op Twitter meldde, heb ik ‘Google+ for Business: How Google’s Social Network Changes Everything’ van Chris Brogan gelezen.

Omdat het een heel actueel onderwerp is heb ik het boek gelijk besteld. Technologie verandert snel. Dat geldt zeker voor jonge online sociale netwerken als Google+. Daarom heeft dit boek waarschijnlijk een korte levensduur. (Inmiddels zie ik op Google+ al functies die niet in dit boekje besproken worden…)

Er zijn twee redenen waarom ik het heb gelezen. Lees verder