De manier waarop de overheid ICT gebruikt fascineert me. Dat geldt voor de ‘traditionele’ e-overheid en de ontwikkelingen die we kennen als ‘Overheid 2.0’. Beide hebben een grote ICT-component, maar toch lijken ze verschillend.
E-overheid is formeel. Het draait om protocollen, privacy, het beschermen en afschermen van gegevens. Het gaat om burgers, hun situatie en de rechten die daar uit voortvloeien. Het gaat om een juiste registratie van eigendommen en de plichten die daar uit voortvloeien. Met de e-overheid hebben we het werk van ambtenaren verschoven van papier naar een computer. Niet wezenlijk veranderd. Wel is het met e-overheid mogelijk meer van hetzelfde te doen in minder tijd.
Daarentegen is Overheid 2.0 juist informeel. Het gaat over creativiteit en het buiten de gebaande (hiërarchische) paden treden. Het gaat om direct contact tussen betrokkenen, ongeacht of dat ambtenaren of burgers zijn. Of leidinggevenden, bestuurders, ondergeschikten, vertegenwoordigers van belanghebbenden of belanghebbenden zelf. Het gaat om verbinden en oplossen. In potentie kunnen ambtenaren én burgers op een andere manier hun vragen en problemen oplossen. Hierdoor is het mogelijk beter te werk te gaan, desnoods zonder dat de overheid daar een rol in heeft.
…maar wacht eens even! Nog maar enkele jaren terug riepen we dit ook. Toen werden deze verschillen toegekend aan ‘werken op papier’ en e-overheid.
Wat denk jij: wat is er gebeurd? Heeft e-overheid haar beloftes niet waar gemaakt? Waarom is e-overheid niet doorontwikkeld in overheid 2.0? Moeten we dit verbinden?