De zeven dingen die ik heb geleerd van het lezen van Clay Shirky – Iedereen:
1. Eerst publiceren, dan filteren.
Iedereen kan met weinig moeite zijn boodschap kan publiceren op het net. Er is niemand die vooraf bepaalt wat wel en wat niet op het net komt. Om die grote hoeveelheid publicaties (tekst, afbeeldingen, audio, video, applicatie, etc.) hanteerbaar te maken zijn filters belangrijk. Door deze filters komen de goede publicaties bovendrijven. Technorati, Digg en Google zijn voorbeelden van filters.
2. Meer is anders
Naarmate er meer mensen op het web komen verandert het karakter wezenlijk. Door de stijging van de schaalgrootte verandert de dynamiek. De populariteit van Geenstijl maakt het ineens mogelijk om vanuit een weblog een omroep te starten, in plaats van andersom…
3. Nieuwe technologie maakt nieuwe industrieën mogelijk
Zo zijn drive-in bioscopen pas mogelijk na de uitvinding van de auto. Of kunnen boekwinkels pas ontstaan na de uitvinding van de drukpers. Een actueel voorbeeld is de markt rond thema`s voor WordPress. (Zie voor dit punt ook een andere must read: Kevin Kelley – New Rules for the New Economy: hier (gratis!) in blogvorm, hier in boekvorm)
4. Intentie moet juist zijn
Als je online een groep mensen bij elkaar wilt brengen om een bepaald doel te realiseren, moet het doel niet te ambitieus zijn maar ook niet te bescheiden. De belofte bij de start van de ontwikkeling van Linux was om vanuit een hobby een licht besturingssysteem te maken. Niet zo zwaar als Unix, maar wel bruikbaar. Dat was voldoende om na jaren een grote groep ontwikkelaars aan het project te binden.
5. Nieuwe technologie maakt snelle groepsvorming mogelijk
Door de hoge snelheid van communiceren die mogelijk is door het gebruik van nieuwe media, wordt het mogelijk om “belachelijk simpel” groepen te vormen. Zie hier voor wat voorbeelden. Flasmobs zijn een bekend en ludiek voorbeeld. Maar een flashmob kan ook voor politieke doelen worden gebruikt, zoals in het boek wordt beschreven. En zoals ik eerder postte op Twitter: het gevaar van een groep ijsjeseters zit niet in het ijs, maar in de groep. Bedenk je eens wat dat betekent voor de manier waarop belangengroepen zich kunnen organiseren!
Of terroristen…
6. Doordat de kosten van falen laag zijn explodeert het aantal nieuwe initiatieven.
Het laatste punt houdt verband met punt 1. De kosten van online falen zijn laag. Iedereen kan vrijwel gratis publiceren en veel mensen en bedrijven doen dat dan ook. Als het geen succes wordt is er niets verloren en kun je met dat wat je hebt geleerd van de eerdere mislukking opnieuw beginnen!
7. Tot slot misschien wel de belangrijkste conclusie: organisaties worden meer en meer overbodig om iets te organiseren.
Welke conclusies trek jij hier uit?
Dat we meer mensen moeten stimuleren in Nederland en vooral binnen de overheid om dit boek te lezen. Valt me elke keer weer op hoe relatief onbekend dit wat mij betreft baanbrekende boek is !
Bedankt voor je reactie. Baanbrekend is het inderdaad! Goed geschreven en interdisciplinair. Verplichte kost voor iedereen die zich bezig hout met modernisering van organiseren. (Ik gebruik heel bewust organiseren, niet organisaties.) 😉
Pingback: De socialmediarevolutie! (bestaat niet) « Peter Keur